Opnieuw overgeleverd
Het is inmiddels een aantal weken later en nog steeds weet ik niet de naam van de man waar ik de avond en nacht mee heb doorgebracht. De ochtend na die nacht was hij namelijk al weg toen ik wakker werd. Er lag een briefje naast me dat hij het een geweldige nacht vond. Dit stemde me vreemd genoeg gelukkig. Op het moment dat ik dat voelde had ik mezelf ook streng toegesproken. Hoe kon ik dat denken? Ik had mezelf aangeleerd dat niemand te vertrouwen is en dus ook niemand toegang zou krijgen tot mijn hart en ziel. En dan komt hij en gooi ik meteen alles overboord. Was ik gek geworden of zo? Ik heb niets meer vernomen van Paul maar dat was al duidelijk, maar ook van Romario hoorde ik niets meer. Hij zou mij toch beschermen? Waar was die lamzak dan nu. En waar was hij die nacht? Nu is alles goed gekomen maar niet dankzij hem. Ohhh als ik hem tegen zou komen dan zou ik hem even haarfijn vertellen hoe ik erover dacht. Dagen gingen voorbij en alles ging naar de achtergrond. Ik voelde me losser worden. Niemand meer waar ik me ongerust over hoefde te maken. En toch had ik geregeld het gevoel dat ik gevolgd werd en dat alles in de gaten werd gehouden. Als ik dan achterom keek was er niemand. Zo ook die zaterdag waarop ik lekker aan het genieten was van het weer. Ik liep in de stad en zag in de etalage een mooie jurk waar ik even bij bleef staan. Het gevoel bekroop me weer dat iemand mee keek. Ik draaide me resoluut om en keek recht in die mooi ogen. "Hoi", zei hij. Ik stond aan de grond genageld en kon niets uitbrengen. Hij moest lachen en zei: "Zo je tong verloren?” Ik herpakte mezelf en zei: "Helemaal niet.” Brutaal vroeg ik hem of hij stalker van beroep was. Hij lachte weer en zei: “Kijk, zo ken ik je weer". Hij vervolgde: “Geniet je een beetje van je vrijheid?” "Jazeker wel", antwoordde ik. "Heb jij daarvoor gezorgd?” Hij gaf toe dat hij dat inderdaad had gedaan. Hij vond dat ik in een niet gezonde relatie was en daar kon hij niet tegen. Hij vroeg me of ik zin had om ergens te gaan lunchen. Dat had ik wel want ik had nog niets gegeten. Boos zei hij tegen me: "Je moet beter voor jezelf gaan zorgen." Ik gaf hier geen reactie op en hij vond dit kennelijk goed omdat hij er niet verder over doorging. We gingen naar een restaurant en daar bestelde hij wat eten en drinken voor ons. Ik zat hem boos aan te kijken omdat hij voor mij besliste wat ik wilde eten en drinken. Toen de ober weg was wees ik hem hier ook op. Hij lachte en zei: "Daar wen je nog wel aan." De toon was alweer even dominant als de andere keer. Wat nou “wen je wel aan” gooide ik terug naar hem. Alsof hij me niet hoorde ging verder over mijn vorige relatie. Hij vroeg me of ik nog wat had gehoord van een van de heren. Ik zei van niet. Hij knikte maar zei verder niets. Ik vroeg hem of hij me al lang volgde. Hij zei dat hij me vanaf die nacht in de gaten heeft gehouden. Niet altijd persoonlijk maar er was wel altijd iemand in mijn buurt. Ik werd boos en wilde opstaan. Hij greep me vast en zei alleen maar: "Zit". Ik ging zitten. Hij vervolgde dat hij al vanaf het moment in de metro voelde hoe sterk ik was en dat dit hem intrigeerde. Hij wilde meer weten, daar had hij zijn missie van gemaakt. Ik voelde me naakt en bekeken. Mijn lichaam had me ook alweer in de steek gelaten, want ik voelde dat ik erg nat was geworden van de gedachten. Het was echt alsof hij in mijn hoofd kon kijken. Hij vroeg of ik er onrustig van werd. Ik deed van niet maar in mijn hoofd wist ik wel beter. Hij moest dit in de gaten hebben gehad want hij gaf mij aan dat ons stopwoord van toen, ook nu en in de toekomst zou gelden. Onrustig ging ik schuiven op mijn stoel. Hij schoot in de lach en zei: “Maak je voorlopig maar geen zorgen want je bent nog niet klaar om de mijne te worden.” Ik voelde me diep gekwetst. Hoezo niet klaar voor hem? Alsof ik ergens aan moest voldoen, nou, hij kon de pot op. Zo moet ik ook hebben gekeken want hij begon te lachen. "Wat zit je nou te lachen?”, vroeg ik geërgerd. Hij zei dat mijn gezicht hem genoeg informatie had gegeven. Ik moest toch echt stoppen met een open boek naar hem te zijn. Maar wilde ik dat wel of wilde ik stiekem dat hij alles van me zou weten? We waren bijna klaar met eten. Hij legde zijn hand op de mijne en zei: “Het was me een waar genoegen." Voor hij wilde opstaan vroeg ik hem: "Hoe nu verder?" Hij lachte weer en zei: “Niet zo ongeduldig jongedame, alles op zijn tijd.” Ik begreep zijn boodschap en liet hem gaan. En weg was hij. Hij was nog niet uit het zicht of ik schoot omhoog naar buiten. Ik keek rond maar zag hem niet. KUT wat ben ik toch een stomkop dacht ik bij mezelf. Nog steeds weet ik zijn naam niet. Ik ben nog verder gegaan met winkelen maar met mijn hoofd was ik er niet meer bij. Ik ben dan ook zonder succes naar huis gegaan. Die avond zat ik lekker in mijn badjas op de bank met een heerlijke bak thee, na te denken over de middag. Ik schrok van de deurbel. Wie kon dat nu zijn? Ik deed de deur open zag daar een man met een pakketje. Hij zei: "Suus, dit pakketje is voor jou.” Beduusd dat hij mijn naam wist pakte ik het aan en de man liep weg. Ik riep nog: "Hey, wie ben je en van wie is dit?” De man draaide zich niet om maar liep gewoon door. Ik ging naar binnen en opende het pakketje. Daarin zat de jurk van de etalage, toen wist ik ook meteen van wie het afkomstig was. Er zat een briefje bij: Wees geduldig en alles komt op zijn pootjes terecht. Je bent mijn missie xx Elroy Ik wist meteen wat hij bedoelde.. Zijn missie is mij de zijne te maken maar dan op basis van wederzijds vertrouwen. Waarbij ik mezelf aan zou moeten bieden. Hij zou het niet afdwingen. Nu begreep ik ook wat hij die middag bedoelde. Ik voelde me helemaal vrolijk worden. Ik liep meteen naar de slaapkamer om de jurk te passen. Hoe is het mogelijk, hij wist precies mijn maat. De jurk zat als gegoten. Die nacht heb ik heerlijk geslapen. Eindelijk wist ik zijn naam. De andere dag besloot ik te gaan genieten van mijn mooie jurk. Ik liep naar buiten, het was prachtig weer. Ik voelde weer die aanwezigheid. Deze keer maakte ik me er niet meer druk om want ik wist wat (of beter gezegd: wie) het was. Wordt vervolgd...