Forensen
Het is vrijdagnacht, half één.
Zoals iedere vrijdagnacht rijdt hij, na de hele avond in de keuken gestaan te hebben, op zijn fiets naar huis.
Het restaurant waar hij werkt sluit om tien uur. Dan is het opruimen, keuken schrobben en daarna nog even een afzakkertje.
Eigenlijk vindt hij dat heel vervelend, maar om nu direct nadat de keuken weer schoon is op zijn fiets te stappen, lijkt hem toch ook nooit echt aanlokkelijk en tsja, sinds hem een half jaar geleden zijn rijbewijs is ontnomen na die alcoholcontrole zit er niets anders op dan met de fiets van en naar zijn werk te gaan.
Hij schept er een haast masochistisch genoegen in. ’s Morgens om een uur of negen op de fiets stappen en in een minuut of veertig naar het restaurant rijden, dan een uur of twaalf op je benen staan en pezen in de keuken en daarna weer naar huis, meestal diep in de nacht.
Op de fiets komt hij meestal pas echt tot rust, waait de alcohol uit zijn geest en geniet hij van de kracht in zijn benen.
Zo ook vanavond.
De provinciale weg, waarlangs het fietspad loopt is lang, recht en schaars verlicht. Gelukkig is de weg ook niet druk en is het fietspad ervan gescheiden door een grassige, drassige berm.
Hij trapt lekker door. Af en toe passeert hem een auto, slechts zelden een brommer en eigenlijk nooit een andere fietser.
Vanaf het dorp Zwalmen is de weg verlicht, waardoor hij iets minder hoeft uit te kijken om op het pad te blijven. Dan zet hij altijd nog een tandje bij, zo ook nu. Wanneer hij het dorp voorbij is, blijft de weg verlicht en daar, verderop, ziet hij in die verlichting, iemand over het fietspad lopen. Dat is vreemd om half één ’s nachts. Hij heeft dat nog nooit eerder meegemaakt.
Hij haalt de persoon snel in en wanneer hij dichterbij komt ziet hij dat het een meisje is, slank, gekleed in spijkerbroek en jack en met redelijk kort geknipt kroeshaar. Het is een Antilliaanse ofzo.
“Wat doet die hier nou, zo midden in de nacht. Ook link ”, gaat er door hem heen, wanneer hij haar passeert. “maar wacht eens even, wie weet is er wat aan de hand.” denkt hij en hij remt en wacht op haar.
“Dat lijkt me toch ook niet het leukste om te doen, hier midden in de nacht rondlopen”, zegt hij, wanneer ze vlakbij is.
“Nee”, antwoordt ze. “Ik heb de laatste bus gemist, dus toen ben ik maar gaan lopen.”
“Waar moet je naar toe?” vraagt hij.
“Naar de stad.” geeft ze terug.
“Als je wilt kun je wel bij me achterop springen.”
Ze twijfelt even.
“Dat is sneller dan lopen.” zegt hij.
Dit beaamt ze en met een glimlach springt ze bevallig op zijn bagagedrager.
Hij zet zich weer in beweging.
Ze is niet zwaar. Haar beide benen aan de rechterzijde, zit ze als een amazone op zijn fietsrekje en ze begint tegen hem te praten. “Ik werk bij het motel achter Zwalmen”, zegt ze “en ik moest vanavond te lang doorwerken om de bus nog te halen. ”
“Ja, leuk vak hè, horeca. Ikzelf sta in de keuken van restaurant ‘La Cule Brulée’, en daar zit ook zo’n fijne baas”.
“Oh ja, dat is toch duur? Ik heb gehoord dat dat een hartstikke luxe restaurant is.”
“Duur ja, luxe…. afzetterij is het. Je moest eens weten hoe het er bij ons toegaat.”
Zo pratend fietst hij door. Ze houdt zich vast aan zijn heupen. Hij voelt de warmte van haar handen, een prettig gevoel, héél prettig. Zo prettig dat hij zijn ogen onwillekeurig naar beneden richt Haar handpalmen omsluiten de kop van het heupbeen en haar vingers, met lange nagels liggen daarvóór. Geen grote handen, wel slank en met een mooie gave zachte huid. Hij voelt de zachte aanraking van die warme handen door de stof van zijn broek heen en die warmte straalt uit naar zijn liezen. Als vanzelf begint zijn hart sneller te kloppen en ook in zijn kruis voelt hij beroering. Er groeit iets. Hij wendt zijn blik weer nar het fietspad voor hem maar zijn aandacht richt zich op het langzaam groter wordende lichaamsdeel dat belemmerd door zijn broek maar één kant op kan, naar rechts. Dichter naar de hand waarvan de warmte nu lijkt uit te stralen naar zijn eikel die onbeschermd in de plooi tussen heup en bovenbeen komt te liggen doordat de stof van zijn broek het voorvel tegenhoudt. Onderwijl trappen zijn benen door in de stevige cadans waarmee hij gewend is deze weg af te rijden. Op die manier wordt zijn pik een beetje gemasseerd. “Oh mijn god, hij groeit nog steeds”, denkt hij.”Straks zit ik met mijn eikel tegen haar hand aan te drukken”. En die gedachte windt hem dusdanig op dat de pik zich met nog meer overtuiging tracht uit te rekken.
Iedere keer dat het rechterbeen het fietspedaal naar beneden pompt, ontstaat er voor het groeiend geslacht ruimte om zich weer wat dichter naar die warme hand op zijn rechter heup te bewegen. De eikel heeft inmiddels de toppen van haar vingers bereikt.
Hij wordt hiervan slechts gescheiden door de stof van zijn jeans en onderbroek.
Het gesprek is al enige tijd verstomd en hij vraagt zich af wat zij eigenlijk meekrijgt van zijn groeiend onverstand en àls zij het merkt, wat ze er dan van vindt.
Als om antwoord te geven op zijn niet uitgesproken vraag, begint er een nagel zachtjes te krassen over de stof van zijn broek, precies dáár, waar deze de overgevoelige eikel bedekt. Iedere ribbel in de stof, die de nagel beroert, veroorzaakt een vibrerende sensatie in dit overspannen uiteinde. Krrrts, Krrrts. “Oh mijn god, ze heeft het door en ze teast hem. Hoe kun je zo nog fietsen”? Maar de weg ligt hier helemaal open en al is er dan ook nauwelijks verkeer, hij wil niet het risico lopen om tijdens de vrijpartij die waarschijnlijk gaat komen, gespot te worden door een toevallig passerende automobilist. Doorrijden dus maar (ook wel spannend trouwens), op zijn minst tot aan het parkje waarvan hij weet dat ze dat over en paar kilometer zullen bereiken.
Krrts, krrrts, het beneemt hem bijna de adem en de pompende beweging van zijn rechterbeen die het pedaal in beweging houdt, drukt in een verhitte kadans zijn lid tegen de stof van zijn broek en tegen haar hand.
Krrrts, krrrts gaat de nagel die haar opwindende spel verplaatst naar de stof die zijn schacht inmiddels strak omspant, terwijl haar handpalm op de stof boven zijn eikel komt te liggen en deze zachtjes mee masseert op het ritme van de pedalen. Krrts, krrrts. “Oh, shit, ga daarmee door”, denkt hij en hij fietst door zonder een woord te zeggen, nauwelijks nog in staat zijn stuur te houden maar voortgedreven door een gedachte: “het parkje”.
Het meisje heeft ondertussen haar wang tegen zijn rug gelegd en ook voelt hij hoe ze een borst, iets boven zijn stuit tegen hem aan drukt.
Nu beweegt ze haar linkerhand in de richting van zijn riem, gespt deze los en knoopt zijn broek open, zijn wanhopig lid op die manier eindelijk wat ruimte gunnend, maar niet voor lang want ze schuift haar hand zijn onderbroek in en omvat zijn gloeiende stam, erin knijpend en deze masserend als was het de speen van een koeienuier die afgemolken moest worden. Nog twee, driemaal weet hij de trappers rond te krijgen terwijl haar rechterhand zijn broek half open wurmt om haar linker extra ruimte te geven voor het uitvoeren van die hemeltergende beweging.
Door een waas bemerkt hij nog dat een auto die hen op de weg naast het fietspad tegemoet komt begint te toeteren en groot licht op zet. Haar linkerhand heeft nu volledig vrij spel en snokt in een razend tempo zijn lid op en af. Het schokt, het duizelt, hij verliest de macht over het stuur. Hij verliest ook elke andere macht die hij ooit dacht te bezitten en in een ontlading die zijn lichaam lijkt te doen dubbelslaan explodeert zijn pik tot een orgasme, pulseert er straal na straal op de broek die zo kort daarvóór nog een dwangbuis was en op de handen die hem tot deze finale getergd hebben.
Het evenwicht is hij kwijt, noch heeft hij de kracht de fiets en het meisje overeind te houden Ze zijgen naar de grond, belanden in de bedauwde berm, die weliswaar nat maar gelukkig ook zacht is. Uitgeput draait hij zich op zijn rug en kijkt naar de sterren, dan wendt hij zijn blik naar het meisje naast hem. “Hmmm”, zegt ze en ze vlijt zich tegen hem aan.
Ze beginnen beide te lachen.
Dit verhaal werd eerder gepubliceerd op Eropodium (http://www.eropodium.nl/index.php?ind=articoli&op=entry_view&iden=2414)